Benodigdheden
Zijn er meer dan twee spelers? Print dan wat extra kleurplaten uit voor nog veel meer speelplezier.
Zijn er meer dan twee spelers? Print dan wat extra kleurplaten uit voor nog veel meer speelplezier.
Print een of meerdere kleurplaten uit (afhankelijk van het aantal spelers) en kleur de afbeeldingen in met verschillende kleuren van de Bruynzeel kleurpotloden. Zorg dat de kleuren van de plaatjes in de honingraat hetzelfde zijn als van die in de rijen. Gebruik dezelfde tinten voor de fruitsoort in het honinggraatpatroon in het midden van de pagina als voor degene in de rij. Op deze manier leren de kinderen meteen het verschil tussen verschillende tinten van dezelfde kleur, gezien een banaan bijvoorbeeld een andere kleur geel is dan een citroen.
Knip de 2 rijen los van het vel met een schaar. Laat de kaartjes van de rijen aan elkaar, dit worden namelijk de speelkaarten waar je de overige kaartjes op gaat verzamelen. Knip de kaartjes van de honingraat in het midden van de kleurplaat netjes los van elkaar en leg ze op een stapeltje. Even schudden en het spel kan beginnen.
Elke speler krijgt een speelkaart met een rij plaatjes. In het midden van de tafel liggen de losse kaartjes op een stapel met de afbeelding naar beneden. De jongste speler begint en mag het bovenste kaartje van de stapel pakken en omdraaien. Is de afbeelding op dat kaartje hetzelfde als een van de afbeeldingen op zijn of haar rijtje, dan mag de speler het kaartje houden en omgekeerd op zijn of haar speelkaart leggen. Past het kaartje niet, dan wordt deze weer onderop de stapel gelegd. Nu is speler 2 aan de beurt om een kaartje omdraaien. De eerste die de speelkaart helemaal vol heeft is de winnaar!
Print een of meerdere kleurplaten uit (afhankelijk van het aantal spelers) en kleur de afbeeldingen in met verschillende kleuren van de Bruynzeel kleurpotloden. Zorg dat de kleuren van de plaatjes in de honingraat hetzelfde zijn als van die in de rijen. Gebruik dezelfde tinten voor de fruitsoort in het honinggraatpatroon in het midden van de pagina als voor degene in de rij. Op deze manier leren de kinderen meteen het verschil tussen verschillende tinten van dezelfde kleur, gezien een kers bijvoorbeeld een andere kleur rood is dan een appel.
Knip alle kaartjes netjes uit en schud ze door elkaar. Leg de kaartjes met de afbeelding naar beneden op de tafel. Nu kan het spel beginnen.
De jongste speler mag beginnen door twee kaartjes om te draaien. Laat deze kaartjes even liggen zodat iedereen kan zien welke afbeelding erop staat. Als de kaartjes dezelfde afbeelding hebben, mag de speler kaartjes houden. De speler die twee dezelfde kaartjes om heeft gedraaid mag nog een keer.
Zijn de kaartjes niet hetzelfde, dan worden de kaartjes weer op de kop op tafel neergelegd. Probeer de plaats van deze kaartjes te onthouden voor de volgende ronde! De volgende speler is nu aan de beurt. Het spel is afgelopen wanneer alle kaartjes van het midden van de tafel op zijn. Degene met de meeste setjes heeft het spel gewonnen!